078 - 842 53 33
Mail fb
078 - 842 53 33 Afspraak maken

Zo veilig mogelijke dosering altijd afgestemd op huisdier

Narcose en risico’s bij specifieke hondenrassen

In het Dierenziekenhuis streven wij ernaar om de narcose zo veilig mogelijk te laten verlopen. Ons doel is om maatwerk te leveren en de narcose aan te passen aan de patiënt. Hierbij spelen verschillende factoren een rol. Denk aan bijvoorbeeld de leeftijd van uw huisdier. Maar vergeet ook niet dat er grote verschillen kunnen bestaan tussen verschillende rassen. Hierover nu meer.

Hetgeen dat het meest opvalt wanneer we naar verschillende rassen kijken is misschien wel het verschil in lichaamsgrootte. Vergelijk maar eens een Deense Dog met een Chihuahua. Dit heeft invloed op de anesthesie. Van de ene kant is het risico op overdoseren groter bij kleine dieren. Daarnaast is het metabolisme van kleinere hondjes ook niet helemaal hetzelfde als dit van een groter dier. Kleinere hondenrassen hebben een grotere kans om af te koelen tijdens de narcose en kunnen sneller teveel infuus toegediend krijgen. Bij de grotere rassen moet er nu net opgelet worden dat er niet te weinig infuus wordt gegeven. Naast deze algemene verschillen tussen grotere en kleinere rassen bestaan er ook nog specifieke verschillen tussen bepaalde rassen. Hieronder een aantal voorbeelden:

Brachycephalen (kortsnuiten):

Dit zijn bijvoorbeeld de Mopshond en de Bulldoggen. Doordat deze honden een plattere snuit en kleinere luchtpijp hebben is er minder ruimte in de luchtwegen dan bij een andere hond. Hierdoor zouden er tijdens de anesthesie sneller problemen kunnen ontstaan.
Erg belangrijk is dus om bij deze honden altijd een vrije doorgang van de luchtweg te verzekeren. Dit gebeurd zoals bij alle patiënten via een tracheotube. Bij onze kortsnuiten blijft deze echter langer aanwezig. Op dit moment zal er continu een paraveterinair aanwezig zijn bij de patiënt.

Luchtwegproblemen, sneller braken en regurgiteren

Naast de luchtwegproblemen zien we bij de kortsnuiten sneller braken en regurgiteren. Ook hebben deze honden sneller een lagere hartslag. Dit zijn allemaal zaken waar ons anesthesieteam op voorbereid is. Lees hier verder over brachycephalen. (LINK naar stuk over brachycephalen?)

(Schotse) Collies en de MDR-1 mutatie

Wat is de MDR-1 mutatie? Dit is een genetisch foutje waardoor er een afwijking aan een eiwit, het zogenaamde P-glycoproteine, ontstaat. Het P-glycoproteine is een eiwit in de wand van de lichaamscellen dat ervoor zorgt dat medicatie uit de cel gehaald wordt. Bij bepaalde rassen zien we mutaties van dit eiwit waardoor het minder goed werkt. Hierdoor kan er teveel van een medicijn of anestheticum in bijvoorbeeld de hersencellen komen. Het ras waarbij deze mutatie het meest voorkomt is de Schotse Collie, maar het kan ook bij andere rassen voorkomen.

Test voor de mutatie

Gelukkig bestaat er een test voor de mutatie. Indien u een Schotse Collie of aanverwant ras heeft (denk aan een Border Collie of Australische Herder) raden wij u aan om deze test uit te laten voeren voor het geval er ooit een narcose nodig is. Indien er geen test gedaan is nemen we uiteraard altijd het zekere voor het onzekere en gebruiken we veilige producten.

Greyhounds en andere windhonden

Bij de windhonden spelen er twee verschillende factoren een rol. Van de ene kant hebben deze honden meestal relatief weinig vet waardoor sommige anesthetica minder in het vet maar meer in het bloed zullen zitten. Hierdoor werken deze anesthetica sterker dan bij andere honden en zal het langer duren voordat de windhond weer hersteld is. Een voorbeeld van een anestheticum waarbij dit erg van belang is, is Thiopental. Gelukkig wordt deze stof bijna niet meer gebruikt als anestheticum in de diergeneeskunde.

Afgestemde dosis

Daarnaast komen er ook bij windhonden mutaties voor van een gen dat van belang is bij de verwerking van anesthetica. Dit kan ervoor zorgen dat bepaalde medicatie (zoals bijvoorbeeld Propofol) minder snel verwerkt worden. Andere stoffen (zoals bijvoorbeeld Methadon) worden dan weer sneller verwerkt door het lichaam van de windhond waardoor dat de normale dosis sneller zal zijn uitgewerkt.

Boxers

Boxers hebben vaak een relatief korte snuit waardoor er zoals hierboven besproken extra maatregelen genomen moeten worden tijdens de anesthesie. Daarnaast blijken Boxers ook meer gevoelig voor het veelgebruikte anestheticum Acepromazine. Erg belangrijk dus voor het anesthesieteam om bij boxers andere doseringen te gebruiken dan bij andere patiënten.

Teckels

Teckels hebben gemiddeld genomen onder narcose een tragere hartslag dan andere rassen. Het is belangrijk dat de anesthesist hier rekening mee houdt om  het onderscheid te kunnen maken tussen de normale narcose en een abnormale situatie.

Hoe zit dit nu bij de kat?

Bij katten zijn er nog relatief weinig wetenschappelijke studies die echte overgevoeligheden voor anesthetica bij specifieke rassen aantonen. Zoals bij de hond bestaan er kortsnuitige rassen, met als duidelijkste voorbeeld de Pers. Hier gelden dezelfde voorzorgsmaatregelen als hierboven besproken.
Wat bij de kat wel een belangrijke rol speelt is dat bepaalde ziektes die van buiten niet zichtbaar zijn bij bepaalde rassen veel meer voorkomen. Een kat met zo een ziekte (denk aan een hartprobleem) heeft mogelijk wel een vergroot narcoserisico. Voor een gezonde raskat is het risico echter vaak niet groter dan voor een andere kat.

Neem contact met ons op

Heeft u een vraag of wilt u direct een afspraak maken? Neem dan zo snel mogelijk contact met ons op via 010 - 492 51 51.

Afspraak maken

Dierenarts Keizerskroon is gesloten

Helaas moeten wij meedelen dat wij onze praktijk, Dierenarts Keizerskroon, per direct moeten sluiten.

Bekijk meer informatie
Ga naar de website van Dierenziekenhuis Rotterdam

 

De beste dierenartsenpraktijk van Papendrecht

  • Uitstekende diergeneeskunde, normale prijzen
  • Ervaren dierenartsen en assistent
  • Moderne praktijken en apparatuur
  • Total care door samenwerking
  • Laagdrempelig en persoonlijk
  • 365 dagen bereikbaar bij spoed
Neem contact met ons op